‘Fijn Paasweekend gehad?’ Of.. ‘paasweekend’? Pasen of pasen? En is het nu valentijn of Valentijn? Met of zonder hoofdletter? En hoe zit het met woorden die afgeleid zijn van feestdagennamen? Moet jij ook altijd even denken hoe het nu ook alweer zit? Met dit blog geven we je voor eens en voor altijd uitsluitsel: zó schrijf je de namen van feestdagen!

De basisregel is vrij duidelijk: de officiële namen van feestdagen, gedenkdagen en religieuze feesten schrijf je met een hoofdletter. Denk aan Pasen, Kerstmis, Suikerfeest of Moederdag. Maar… (don’t you just love het Nederlands en haar uitzonderingen!?) als je de niet-officiële titel van een feest gebruikt, dan schrijf je het níet met een hoofdletter. Dus kerst of tweede paasdag schrijf je gewoon met een kleine letter.

Wat zijn officiële namen van feestdagen?

Hoe weet je nu of een dag een officiële feestdag is? Daar zijn gelukkig allerlei lijstjes voor die je kunt checken. En ook wij zetten de namen van meest voorkomende feestdagen graag voor je op een rij:

• Aswoensdag
• Bevrijdingsdag
• Chanoeka
• Chinees Nieuwjaar
• Goede Vrijdag
• Halloween (maar: halloweenkostuum)
• Hemelvaart (let op: Hemelvaartsdag is een uitzondering en schrijf je ook met een hoofdletter)
• Holi
• Jom Kipoer
• Kerstmis (maar: kerst)
• Koningsdag
• Moederdag
• Nieuwjaar (maar: oud en nieuw)
• Offerfeest
• Pasen (maar: paasfeest)
• Pinksteren (maar: eerste pinksterdag)
• Vaderdag

Er zijn misschien ook dagen waarvan je verwacht dat ze met hoofdletter geschreven worden, maar waarbij dat niet het geval is. Zoals dierendag en valentijn. Bedenk dan altijd: zou er een officiëlere naam zijn? Valentijnsdag, bijvoorbeeld. Of Werelddierendag. Weet je dat niet? Dan geldt ook hier: Google is your friend.

Samenstellingen met namen van feestdagen

Combineer je een naam van een feestdag met een ander woord, dan schrijf je dat nieuwe woord niet met hoofdletter. Ook niet als je de officiële feestdag-naam gebruikt. Je schrijft bijvoorbeeld:

• moederdagcadeau
• sinterklaasgedicht
• hemelvaartvakantie

Let op: je spellingscontrole zal dit waarschijnlijk fout rekenen. Bij moederdagcadeau kreeg ik bijvoorbeeld de melding dat het Moederdag cadeau moet zijn. Nope! Een van die gevalletjes waar de spellingscontrole moeite heeft met samenstellingen. Laat je dus niet voor de gek houden!

En als laatste: maak je een afleiding van een feestdagenwoord, dan krijg je ook een kleine letter: Wat een kerstige decoraties, bijvoorbeeld. Het kan dus zijn dat je een feestdag en daarvan afgeleide woorden in één zin op twee manieren schrijft:

Met Pasen hadden we een paasachtige tafel met paaseieren en paasversieringen. Op tweede paasdag vierden we Pasen met mijn schoonfamilie.

Beetje raar, maar wel correct. De Nederlandse grammatica- en spellingsregels: één groot feest (zonder hoofdletter)! 🙂

Meer schrijftips?

Wil je elke week schrijftips in je inbox? Zodat jij de beste teksten schrijft die je kunt?